zaterdag 4 november 2017

NL Grenswaarde-voorstel dieselroet lager dan achtergrond: dispuut onder experts (NL Draft for OEL of diesel exhaust below ambient level. Experts argue and disagree)


Afbeeldingsresultaat voor dieselroet
Na vele jaren wachten is de kogel door de kerk; de Gezondheidsraad heeft vorige week advies uitgebracht over dieselmotoremissie (Gezondheidsraad, 2017). Het gaat om een concept-advies voor een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan dieselmotoremissie (= DME). Bij de afleiding is uitgegaan van bepaalde risiconiveau's, zoals gebruikelijk bij genotoxische carcinogene stoffen: het streefrisiconiveau en het verbodsrisiconiveau. De blootstelling in de werkatmosfeer die overeenkomt met het eerste niveau is 0,011 microg/m3 inhaleerbare elementaire koolstofdeeltjes en 1,03 microg/m3 komt overeen met het verbodsrisiconiveau. De blootstelling in de Nederlandse steden is echter hoger, namelijk tussen de 0,4 en 2,0 microg/m3, daarom is het advies van de Gezondheidsraad dat werknemers niet hoger blootgesteld mogen worden aan dieselroet dan het achtergrondniveau. Het advies lijkt overigens alleen te gelden voor uitlaatgas van oudere dieselmotoren van 2 decaden geleden, van voor de introductie van moderne dieseltechnologie, maar deze opmerking ontbreekt in de paragraaf 2.4: Conclusies en Aanbevelingen en in de samenvatting van het concept-rapport.

Het advies is gebaseerd op de analyse van Vermeulen et al (2014) waarin drie cohortonderzoeken zijn samengevoegd. Met de gebundelde gegevens is de samenhang tussen blootstelling en het longkankerrisico berekend en op basis hiervan is de voorgestelde grenswaarde DME afgeleid. Maar er was na publicatie meteen kritiek op deze afleiding (Crump, 2014; Morfeld & Spallek, 2015; Crump et al, 2015). Ondanks deze commentaren vond de commissie van de Gezondheidsraad dat de meta-regressie van Vermeulen et al. het beste startpunt was voor het afleiden van een grenswaarde voor DME.


Inmiddels hebben Matthias Möhner en Andrea Wendt van de Duitse overheid (BAUA = Bundesanstalt für Arbeitsschutz und Arbeitsmedizin) zich bij de critici gevoegd. Deze biostatistici/epidemiologen zeggen in een uitgebreid artikel in Critical Reviews in Toxicology (Möhner & Wendt, 2017) het volgende over de samenhang tussen blootstelling DME en het longkankerrisico:
“The conclusion from our review is that the currently published studies provide little evidence for a definite causal link between DE exposure and lung cancer risk.”
En zij geven de volgende aanbeveling voor een grenswaarde:
“An upper bound for the cumulative exposure of 2,5 mg/m3-years REC seems to be sufficient to prevent a detectable increase of lung cancer risk. This value corresponds to an average annual value of 50 μg/m3 REC assuming a working life of 45 years. Unless a re-analysis of the DEMS yields considerably higher values, this value could be recommended as threshold value for occupational safety.”
In het tijdschrift Occupational en Environmental Medicine licht Möhner in een ingezonden brief toe waarom hij de grenswaarde afgeleid door Vermeulen et al te conservatief vindt (Möhner, 2017), maar in het antwoord komen de deskundigen niet nader tot elkaar (Vermeulen & Portengen, 2017).

Er zijn dus grote meningsverschillen onder deskundigen. Als leidende deskundigen ruziën over de hoogte van de grenswaarde van DME, wat moet een HSE-verantwoordelijke in een bedrijf dan doen? En welke grenswaarde kan dan in de diverse Arbocatalogi opgenomen worden? Uitgaan van de meest conservatieve schatting? Of toch maar wachten op een politiek salomonsoordeel? En een oordeel op welk niveau? Nationaal of Europees? 

Dat krijgt nog een flinke staart, lijkt me.
--------------------------

Noot: De Gezondheidsraad spreekt in haar concept-advies over inhaleerbaar elementair koolstof als blootstellingsmaat. Verondersteld is dat bedoeld wordt respirabel elementair koolstof (vaak in Engelstalige literatuur afgekort als REC). 


 
Referenties


  1. Gezondheidsraad. Diesel Engine Exhaust. Health-based recommended occupational exposure limit. Dutch Expert Committee on Occupational Safety (DECOS) a committee of the Health Council of the Netherlands. Draft report., 26 oktober 2017.
  2. Vermeulen R, Silverman DT, Garshick E, Vlaanderen J, Portengen L, Steenland K. 2014. Exposure-response estimates for diesel engine exhaust and lung cancer mortality based on data from three occupational cohorts. Environ Health Perspect 122:172–177;
  3. Crump K. Meta-analysis of lung cancer risk from exposure to diesel exhaust: study limitations. Environ Health Perspect 2014; 122(9): A230. 10.1289/ehp.1408482.
  4. Morfeld P, Spallek M. Diesel engine exhaust and lung cancer risks - evaluation of the meta-analysis by Vermeulen et al. 2015. J Occup Med Toxicol 2015; 10:31. 14 10.1186/s12995-015-0073-6
  5. Crump KS, Van Landingham C, Moolgavkar SH, McClellan R. Reanalysis of the DEMS nested case-control study of lung cancer and diesel exhaust: suitability for quantitative risk assessment. Risk Anal 2015; 35(4): 676-700.
  6. Möhner M, Wendt A. A critical review of the relationship between occupational exposure to diesel emissions and lung cancer risk. Crit Rev Toxicol 2017;47:185–224.
  7. Möhner M, 2017b. Letter: On the approach for calculating occupational exposure limitsfor diesel motor exhaust. Occup Environ Med Published Online First. doi:10.1136/oemed-2017-104517.
  8. Vermeulen 7 Portengen, 2017. Letter: On the approach for calculating occupational exposure limits for diesel motor exhaust: authors’ response. Occup Environ Med Published Online First. doi:10.1136/oemed-2017-104759